De overgang maken naar gedigitaliseerde gebouwen klinkt veel simpeler dan die daadwerkelijk is. Een ‘smart’ gebouw krijg je niet door wat sensors en meters op te hangen, maar is het resultaat van een complex proces van testen, vallen, leren en opstaan. Door slim te kijken naar de bestaande gebouwen van klanten kan Croonwolter&dros, door proactieve dienstverlening, van veel grotere waarde zijn voor de bedrijfscontinuïteit van de klant. Bas Ambachtsheer, Directeur bij Croonwolter&dros, ging met ons in gesprek tijdens de Real-Estate Tech Trip van 21 januari jl. en vertelt over de reis die de technisch dienstverlener heeft doorlopen in de zoektocht naar het zelfbesturend maken van gebouwen.

De Nieuwe Wereld

De rol van technologie neemt exponentieel toe waardoor veelbelovende ontwikkelingen zelfs in de conservatieve vastgoedsector een doorbraak maken. Technologische toepassingen onthullen, meerdere onzichtbare, gegevens zoals luchtkwaliteit en bezettingsgraad en maken het mogelijk om de ‘gezondheid en het gedrag’ van een pand en diens gebruikers te beïnvloeden. Hiermee vallen enorme efficiency- en duurzaamheidsslagen te maken en kan men veel meer uit gebouwen halen dan een decennium geleden voor mogelijk werd gehouden. Door inzicht te verschaffen in wat er binnen bestaande gebouwen daadwerkelijk verbruikt wordt en daarop in te spelen met slimme services, zou de technisch dienstverlener panden kunnen optimaliseren en real-time kunnen meten of alles ook echt werkt. Met dit doel voor ogen begon de reis naar deze ‘Nieuwe Wereld’.

Kwartier maken

De eerste stap richting zelfbesturende gebouwen was simpelweg “gaan praten” door een ronde te doen en met iedereen binnen en buiten het bedrijf over de nieuwe ambities te spreken. Er bleek veel interne kennis in het bijna 3.000 mensen tellende bedrijf te huizen. Zo werd er een voedingsbodem gecreëerd om de ambitie tot daadwerkelijke bloei te laten komen. Het praten vloeide al snel door in de experimentele fase, het startup gebied. De druk neemt in deze fase toe door de vraag wanneer het experimenteren geld gaat opleveren. “Druk is op zich geen probleem, zolang mensen maar de ruimte blijven krijgen om te oefenen”, vertelt Bas. “Je moet blijven prutsen, uitproberen en spelen om tot ‘breakthroughs’ te komen. Doe je dit niet, dan komen nieuwe ambities simpelweg niet van de grond.”

De juiste partnerships

“Het is altijd een uitdaging om goede partijen te vinden om mee samen te werken in de door ‘overpromise’ gekenmerkte vastgoedwereld. Er is veel aanbod, maar er zijn weinig bedrijven die écht al hun beloftes waar maken”, aldus Bas. De eerste vraag die je als bedrijf moet stellen voordat je naar partnerships op zoek gaat is: “Welke delen van het proces kunnen we beter bij onszelf houden en waar hebben we een partner voor nodig?” Vervolgens ga je partijen zoeken die je missende expertise aan kunnen vullen. “In onze zoektocht naar de juiste bedrijven, kwamen we er steeds meer achter dat het ook binnen die bedrijven gaat over de juiste mensen die ook met onze mensen intern een klik hadden. Door het actief uitdagen binnen de eigen organisatie, kun je ervoor zorgen dat oplossingen voor spelende kwesties en vraagstukken ook van binnenuit komen”, tipt Bas.

Garanties afgeven

Door een strategisch partnership aan te gaan, wat gebaseerd is op transparantie en wederzijds vertrouwen, kan men het optimale uit het gebouw halen. De inzichten en analyses maken het mogelijk om klanten enthousiast te maken.  Als je kunt aantonen wat er in soortgelijke gebouwen binnen een bepaalde tijd bespaard en geoptimaliseerd is, kun je contracten garanderen. Waar het nu toch nog vaak dikke vingerwerk is, zullen er in de toekomst meer garanties kunnen worden afgeven dat bepaalde oplossingen ook echt werken en zichzelf terugverdienen. Dit door meer en meer systemen in gebouwen aan elkaar te koppelen.

The people aspect

“Het idee dat je overal mensen voor moet inzetten is helemaal niet mijn idee van onderhoud”, vervolgt Bas. “Natuurlijk is de vrees er dat als een gebouw zelfbesturend wordt gemaakt, mensen hun baan zullen verliezen. Maar daardoor kunnen we juíst hun werk behouden. Als ze door technologie tijd overhouden, betekent het dat ze meer tijd hebben om klanten vriendelijk te woord te staan en te helpen met de klachtenafhandeling en andere vraagstukken. Dat is veel beter voor een bedrijf dan een ‘time-starved’ medewerker. Er ontstaat ook een veel leukere manier van werken. Mensen krijgen inzichten waar ze misschien zelf al een gevoel bij hadden, krijgen daarmee bevestiging, en kunnen beter problemen oplossen, aantonen dat deze zijn opgelost, berekenen wat dit oplevert en daarvoor waardering krijgen van onszelf en de klant.”

De potentie voor ogen hebben

“Het heeft veel voeten in de aarde gehad, maar we zijn nu wel in staat dwars door het proces heen te kijken,” vertelt Bas. “We zijn heel trots dat we hebben doorgezet en dat we nu voor een twintigtal gebouwen zo veel diepgaande inzichten hebben gekregen. “Testen blijven doen is key. Zo blijf je technologische ontwikkelingen volgen en begrijp je welk verschil ze kunnen maken na implementatie”, zegt Bas. Dat is ook wat Wouter zegt (red. Wouter Truffino, CEO Holland ConTech & PropTech): blijf proberen en ervaar tot op het bot toe wat wel en niet werkt.”

Share This