Peer Group Meeting #79 | Tijdens de Peer Group Meeting “Mobility” die maandag 2 september plaatsvond, is er in een twee uur durende sessie gepraat over de verschillende uitdagingen en struikelblokken van het mobieler maken van Nederland.

Door onder andere economische groei, bevolkingstoename en verstedelijking raakt ons verkeerssysteem alsmaar voller en wordt de druk om de mobiliteitsproblematiek aan te pakken opgevoerd. De algemene verwachting is momenteel dat er een paar slimme partijen op zullen staan en een oplossing zullen bedenken die iedere deur-tot-deur reis efficiënt voor ons uit gaat stippelen (inclusief parkeerplek). Maar zolang de mindset niet structureel verandert en er niet aan bepaalde randvoorwaarden wordt voldaan, blijft dit bij wishful thinking.

 

Gebrek aan kwalitatieve data

 

Aan de ene kant ontbreekt het ons aan betrouwbare, kwalitatieve en openbare mobiliteitsdata om die slimme oplossingen te laten werken. Idealiter gaan mensen zelf hun data uploaden naar een openbaar platform, een soort kadaster-soortige omgeving. Ze zouden bijvoorbeeld informatie over de bereikbaarheid van hun huis of kantoor kunnen delen, of gegevens over hun rijgedrag automatisch van hun vervoersmiddel naar een systeem kunnen laten sturen.

De marketing van dit idee gaat echter nogal lastig worden, niemand geeft graag z’n privacy weg. Behalve als we er direct iets voor terugkrijgen, dan delen we onze gegevens zonder erbij na te denken en vinken we alles blind aan. Een incentive om mobiliteitsdata openbaar te maken heeft de gemiddelde persoon nog niet. Wellicht verandert dit in de toekomst, wanneer de bewustwording van de mobiliteitsproblematiek groter wordt. In 2050 woont 70% van de bevolking namelijk in of rondom steden. Met deze mate van verstedelijking zullen we wel moéten gaan ‘betalen’ in privacy om mobiel te blijven. Als we meters willen maken, zullen we de controle omtrent onze gegevens wat meer los moeten laten.

 

Verouderde beoordelingskaders

 

Ook onze instanties vormen een blokkade voor een mobieler Nederland. Wanneer banken om financiering wordt gevraagd hanteren ze verschillende kaders voor vastgoed en businessmodellen. Voor wat betreft vastgoedfinanciering zijn ze nog te gebonden aan de waardering van makelaars en taxateurs. Ook in het geval dat de bank bereid is om – bijvoorbeeld – 10% meer te verstrekken zodat er in mobiliteit rondom een gebouw kan worden geïnvesteerd, kan de financiering niet doorgaan. De DNB kan er dan tussen komen te staan omdat de bank zich niet aan de vastgoedwaarderingskaders houdt. De bank zou in een dergelijk geval, om alsnog een grotere financiering te kunnen verstrekken, het vastgoedproject als een stand-alone business model moeten waarderen, en niet als
vastgoed.

Op hun beurt kunnen taxateurs mobiliteit ook niet meewegen in hun rapporten. Zij zijn ook gebonden aan beperkte beoordelingskaders. Als een locatie geoptimaliseerd is, kan dit dus helaas niet worden meegenomen in de waardering. We kennen geen graadmeter voor mobiliteit – maar we werken wel met energielabels – terwijl zowel particulieren als investeerders, bereikbaarheid vele malen belangrijker vinden dan de energetische duurzaamheid van een gebouw.

Een toekomstgericht mobiliteitswaarderingsmodel is er een die op basis van data uit het heden en verleden, voorspellingen kan maken over de toekomst en die ook meeweegt in de uiteindelijke waardering.

 

Uitdagingen bij beleidsmakers

 

Wettelijk is het moeilijk om vooruit te komen door gebrek aan kennis en beslissingskracht. Naast dat er wordt vastgehouden aan verouderde kaders, moeten innovatieve projecten die startklaar staan vaak maanden wachten op groen licht van de gemeente. Ook is het maar de vraag of er bij huidige gebiedsontwikkelingsprojecten beter over mobiliteitsvraagstukken is nagedacht.

 

To be continued

 

Er is nog een lange weg te gaan, is dan ook de onvermijdelijke conclusie van de Peer Group Meeting “Mobility”. We weten allemaal dat er iets gaat veranderen, maar niemand precies wat. We dienen de discussie die we momenteel over sustainability aan het voeren zijn, naar mobility uit te breiden.

 

Share This